Studievragen

Zijn het heelal en de aarde echt miljarden jaren oud?

Wat zijn de aanwijzingen die mensen doen geloven in een oude aarde? Voornamelijk eindproducten van processen die zoveel tijd nodig hadden om te vormen (de lichtsnelheid en de tijd die ervoor nodig was om het licht van sterren hier te brengen, vorming van olie, diamant, sediment en dergelijke). Diamant en olie kunnen echter makkelijk in een zeer korte tijd ontstaan, als je rekening houdt met een grote overstroming zoals de zondvloed. Fossielen van levende organismen worden altijd snel gevormd, anders zouden ze verrotten of opgegeten worden. En de lichtsnelheid… dat is een hoofdstuk apart en heeft alles te maken met aannames bij dateringsmethoden die gebruik maken van radioactief verval, de totale energie in het heelal en het verloop van andere processen op sub-atomair niveau.

De Bijbel is erg duidelijk: geslachtsregisters zijn heel nauwkeurig vastgelegd. Adam werd op de zesde dag gemaakt, kreeg op een bepaalde leeftijd een zoon, en die was zo oud en kreeg ook een zoon, en die kreeg weer een zoon, enzovoort, helemaal tot aan Jezus Christus. Tel je die leeftijden bij elkaar op, plus de tweeduizend jaar tot aan nu, dan kom je op een ouderdom van de aarde van ongeveer 6000 jaar. (Gebruik makend van bepaalde oude manuscripten kan de ouderdom oplopen tot ongeveer 8000 jaar. Het is dus geen exacte wetenschap, maar de oude geschriften laten geen miljoenen of miljarden jaren zien.) Naturalistisch denkende wetenschappers hebben de leeftijd van het heelal berekend op grond van het vermeende uitdijen van het heelal en veronderstellingen met betrekking tot het constant blijven van de lichtsnelheid en vervalsnelheden van radioactieve stoffen. Wie heeft er nou gelijk? Als je de tijdrekening van de Bijbel aanhoudt, kom je niet veel verder dan 8000 jaar, maar geloof je wat evolutionisten zeggen over miljarden jaren, dan is de Bijbel niet betrouwbaar en was er tijd genoeg voor evolutie van niets naar iets naar een mens op een fiets. Er zijn ook mensen die de veronderstelde 13,7 miljard jaar een plaats proberen te geven in het Genesisverhaal, door ze ergens tussen Genesis 1:1 en 1:2 te plaatsen of te verdelen over de scheppingsdagen. Daar is al veel over geschreven en ik voel mij niet genoodzaakt om verder in te gaan op deze woordenstrijd. En als er bij sommigen nog enige twijfel is over de betekenis van het woord “dag” (jom in het Hebreeuws), dan wordt het wel duidelijk in Exodus 20:11, waar God met Zijn eigen vinger (Ex. 31:18) het volgende schreef: “Want in zes dagen heeft de Heer de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is.” En in Exodus 31 vanaf vs 12 lezen we: “De HERE zei tot Mozes: […] (17) … want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt…” Als je de tekst leest zoals hij er staat, kun je geen andere conclusie trekken dan dat de schepping in 6 dagen, ongeveer 6000-8000 jaar geleden moet hebben plaatsgevonden. Wat betreft het tijd-ruimte-afstand probleem zijn er verschillende goede modellen in omloop, waarbij niet direct naar een ‘wonder’ gegrepen hoeft te worden. Creationisten worden daar vaak van beschuldigd, maar Big-Bang gelovigen hebben een even groot tijd-ruimte-afstand proleem. Bij ‘hun’ theorie is het heelal te groot óf de lichtsnelheid te laag om bepaalde waarnemingen te verklaren, wat ze doet grijpen naar een wonderlijke ‘snelle expansie’ aan het begin van de Big Bang. (Zie ook Newton Physics van Paul Marmet,Barry Setterfield, “Letting Data Lead to Theory” en een Nederlandstalige uitleg van Setterfield door Rinus Kiel.)

Toch jong?

Een aantal aanwijzingen die een ‘jong heelal’ en een ‘jonge aarde’ heel waarschijnlijk maken:

– De opwindsnelheid van spiraalvormige sterrenstelsel is te groot. Het binnenste gedeelte draait sneller dan het buitenste gedeelte, waardoor de vorm van een dergelijk stelsel al binnen enkele honderden miljoenen jaren niet meer herkenbaar zou zijn als een spiraal. Ons sterrenstelsel zou echter al 10 miljard jaar oud moeten zijn en toch heeft het een duidelijke spiraalvorm.

– Kometen kunnen maximaal 10.000 jaar bestaan. Pogingen om bronnen te vinden waar nieuwe kometen vandaan zouden moeten komen, hebben tot nu toe gefaald.

– Om de 25 jaar is er een supernova waarneming in ons sterrenstelsel. Er zijn slechts ongeveer 200 restanten zichtbaar. Het totale aantal zichtbare supernova’s wijst op een maximale leeftijd van 7000 jaar.

– Er ligt meer sediment op de oceaanbodem dan de plaattektoniek kan verwijderen. Hierdoor kan de oceaanbodem maximaal 12 miljoen jaar oud zijn. Natuurlijk moet je bij die ‘maximale leeftijden’ bedenken dat processen in het verleden ook sneller gegaan kunnen zijn. Denk aan zeer snelle erosie na een wereldwijde overstroming (de zondvloed).

– Te weinig natrium in de oceanen. Maximum leeftijd: 42-62 miljoen jaar. Berekeningen met andere elementen geven nog lagere maximum leeftijden.

– De totale energie van het aardmagnetisch veld neem te snel af. Er wordt met complexe theorieën geprobeerd te verklaren hoe het toch gedurende miljarden jaren stand heeft kunnen houden, maar zoals het er nu uitziet kan het niet ouder zijn dan 20.000 jaar. Wel jonger natuurlijk.

– Opgevouwen aardlagen moeten snel gevormd zijn. Dit moet gebeurd zijn toen de lagen nog zacht waren, vlak nadat ze gevormd zijn. Hierbij voldoet het zondvloedmodel heel goed, maar dat het miljoenen jaren heeft gekost om ze te vormen is niet waarschijnlijk.

– Aanwijzingen voor versneld radioactief verval (polonium-218 halo’s) en snel opeenvolgende vorming van mineralen in de geologische ‘tijdvakken’ Jura, Trias en Eoceen.

– Te veel helium in mineralen. Bij radioactief verval ontstaat helium. Zirkoniumkristallen die gevonden zijn in precambrisch gesteente (dat wordt verondersteld 1.5 miljard jaar oud te zijn) zijn onderzocht en het blijkt dat ze nog maar 4000 tot maximaal 8000 jaar helium verliezen.

– Te veel C14 in dieper liggende lagen. Omdat C14 vrij snel vervalt (halfwaardetijd van 5700 jaar) zou er geen radioactief koolstof moeten zitten in lagen die geacht worden meer dan 250.000 jaar oud te zijn. Tests met koolstofhoudend gesteenten uit lagen die miljarden jaren oud zouden moeten zijn (ook diamanten, waarbij overigens vervuiling met recent koolstof is uitgesloten) hebben aangetoond dat er altijd C14 gemeten wordt. Dit is een sterke aanwijzing voor een jonge aarde.

Mitochondriaal DNA wijst op een ‘recente eva’. Door mutaties verandert het DNA zo snel dat onze gemeenschappelijke voorouder onmogelijk 185.000 jaar geleden geleefd kan hebben. Eerder 6000 jaar.

– DNA kan onder natuurlijke omstandigheden hooguit 10.000 jaar bewaard blijven. Toch worden stukjes DNA gevonden in fossielen die volgens de evolutionaire tijdsrekening veel ouder zouden moeten zijn.

– 185.000 jaar mensheid en zo weinig graven? Mensen begraven hun doden, vaak met voorwerpen erbij. 185.000 jaar met een gemiddeld aantal wereldburgers van tussen de 1 en 10 miljoen zou miljarden graven moeten hebben opgeleverd. Er zijn tot nu toe slechts enkele duizenden graven uit de zogenaamde ‘steentijd’ gevonden. Waar zijn al die andere graven? Of heeft de steentijd (zoals de Bijbel ons leert) slechts enkele honderden jaren geduurd?

– 185.000 jaar mensheid en die zou pas zo’n 10.000 jaar geleden aan landbouw begonnen zijn? Zouden mensen die hun doden begraven niet ook intelligent genoeg kunnen zijn om te ontdekken dat zaadjes groeien als je ze in de grond stopt? Het is waarschijnlijker dat mensen vlak na de zondvloed (de ijs- en steentijd) een poosje zonder landbouw hebben moeten doen.

– 185.000 jaar mensheid en pas 5000 jaar geschiedenis? De ‘prehistorische’ mens kon wel prachtige monumenten bouwen, grotschilderingen maken, maanstanden bijhouden, maar niet schrijven? Erg onwaarschijnlijk. De tijdschaal van de Bijbel en de bijbehorende geschiedenis is veel waarschijnlijker.

(Bron: een artikel van Answers in Genesis met verwijzingen.)

Er zijn nog meer processen die een jonge aarde suggereren:

De nog steeds hoge druk in oliereservoirs

Turbulentie in de ringen van Saturnus

De grootte van de Mississippi rivierdelta

De rotatiesnelheid van de aarde

De hoeveelheid vulkanisch sediment

Het gebrek aan bewijs voor stervorming

De hoeveelheid kosmisch stof in ons zonnestelsel

De temperatuur van de aarde

De afstand van de aarde naar de maan wordt groter

De groeisnelheid van stalagmieten

De erosiesnelheid van de Niagara watervallen

De snelheid van vorming van steenkool

Sterrenclusters van verschillende leeftijden die verbonden zijn

Het bestaan van spiraalvormige sterrenstelsels op grote afstand

De erosiesnelheid van de continenten

Verzameling van kosmisch stof op aarde

Het aantal meteorieten in sediment

De diameter van de zon wordt kleiner

De gemiddelde dikte van de bovenste aardlagen

Het kraterpatroon op de maan en de scherpe aftekening ervan

Polonium halo’s

Het zout in de dode zee

De vorming en het verdwijnen van ijskappen

Het aantal door mensen gemaakte objecten in het fossielenbestand

Het aantal mensen op aarde